In Fiss is er jaarlijks wel een glaciaal; dat is een periode waarin de gemiddelde temperatuur op aarde daalt. Ook is er een geltsjer, hierbij glijd het ijsveld vanaf het hooggebergte naar beneden. Er blijft altijd wel een sediment achter als de gletsjer smelt. Dat noemen we grondmorenen. De gletsjerpoort is waar het smeltwater uit de gletsjer komt. Hiervoor is een gletsjerrivier nodig om het water te vervoeren. Uiteindelijk verzamelt het smeltwater zich in de gletsjertunnel. 

Fiss heeft iets speciaals, namelijk een heksendorp, dit is een bospad. Wanneer je door het pad skiet zie je allemaal aparte figuren en hoor je geluiden. Dit is ontstaan doordat mensen een aantal bomen hebben laten staan en mensen die buiten de piste skieën er een baan van hebben gemaakt. Dit heeft ook te maken met de boomgrens, dat is een grens tussen het gebied waar nog bomen groeien en het gebied waar geen bomen meer kunnen groeien door de lage temperatuur.

De gletsjers liggen altijd boven op de berg, want daar ligt eeuwige sneeuw. Als die 

sneeuw smelt onstaat er gletsjers. Er kunnen dus geen gletjers ontstaan in het dal, want daar ligt geen eeuwige sneeuw.

In ons skigebied komen geen fjorden voor; want ons skigebied ligt niet dicht aan een zee.

De temperatuur van ons skigebied is EF & EH dat houdt in dat er een sneeuw- (en hooggebergte-) klimaat is. 

Fiss ligt in Oostenrijk in het gebergte de Alpen. De bergtoppen van Fiss zijn: Schönjoch en Mozeralm.