Ons gebergte is in 1869 ontstaan hieronder zie je hoe dat is gegaan:

• Jonggebergte

Jonge gebergten zijn hoog en hebben steile hellingen, spitse bergtoppen en diepe dalen.

Ze ontstaan door endogene krachten door endogene krachten ontstaan er breuken in de aardkorst. --> Door deze breuken is de aardkorst verdeeld in een aantal schollen en platen waarop de continentale platen liggen. --> Deze schollen en platen liggen niet stil. Ze maken tektonische bewegingen. Tijdens deze bewegingen botsen de platen tegen elkaar op en ontstaat er een plooiingsgebergte (want als de schollen en platen tegenelkaar opbotsen schieten ze omhoog en ontstaan er plooien). Deze plooingsgebergten zijn dus ontstaan door divergent, convergent en transform.

Begrippen

• Oudgebergte

Oude gebergten worden gekenmerkt door flauwe hellingen en afgeronde toppen en zijn veel lager. De oorzaak hiervoor zijn exogene krachten --> deze zorgen ervoor dat in de loop van miljoenen jaren de bergen langzaam worden afgesleten. Door chemische verwering wordt het harde gesteente verpulverd en valt het uiteen in kleinere delen, dan komt er puin en dat noemen we verweringsmaterialen. Een bekende vorm van chemische verwering is de werking van vorst. Overdag smelt de sneeuw in de bergen door de warmte van de zon. Het water stroomt in de spleten van het gesteente van de bergen. 's Nachts als de temperatuur daalt, bevriest het water. --> Dat water zet uit en daardoor scheurt het gesteente. --> Vervolgens leidt dat tot steeds bredere spleten en het afbrokkelen van kleine stukjes steen.  Onder invloed van de zwaartekracht wordt het verweringsmateriaal langs de berghellingen naar beneden afgevoerd. Gletsjers, rivieren, de zee (de wateren) nemen het mee naar andere plekken. Tijdens dit transport wordt het landschap verder afgebroken. Er vind erosie plaats. Door verwering en erosie worden gebergten steeds vlakker en de dalen steeds breder. Toerisme versterkt de erosie doordat er meer beweging is op de piste.  

 

Als je op vakantie gaat kun je soms grotten bezoeken. De grotten bestaan uit staande en hangende pilaren van kalk: stalagmieten en stalactieten.  De landschappen die zo onstaan noem je karstlandschappen.

De platen waar ons skigebied op liggen zijn: de Euraziatische plaat en de Afrikaanse plaat.